Psalms 88

Mijn God, laat hen zweven
als de zaadjes van een distel,
blaas hen weg
als kaf dat door de wind wordt verdreven.

1 Zoals het vuur een bos verbrandt
en de vlammen de bergen roodgloeiend maken,

2 achtervolg hen zo met uw storm,
jaag hun schrik aan met uw wervelwind.

3 Maak hen te schande,
misschien zullen zij dan ooit
nog eens naar U zoeken, Here.

4 Laten zij zich schamen
en door schrik overmand worden,
laat hen door de grond gaan van berouw.

5 Dan zullen zij eindelijk beseffen
dat U de Here bent,
dat U de Allerhoogste bent op de aarde.

6

Een psalm van de Korachieten voor de koordirigent.

Te begeleiden met het muziekinstrument uit Gat.

7
8 Here van de hemelse legers,
wat zijn uw woningen prachtig!

9 Ik smacht van verlangen om bij U te komen.
Mijn ziel en mijn lichaam zingen uw lof,
de lof van de God die leeft.

10 Uw ogen zien zelfs een mus
die een plekje zoekt om te nestelen,
zelfs het nest van de zwaluw
ontgaat U niet, noch haar jongen.
Ook zij zijn welkom in uw tempel,
Here van de hemelse legers.
U bent mijn Koning en mijn God.

11 Gelukkig zijn de mensen
die heel dicht bij U leven,
zij zingen lofliederen voor U.

12 Gelukkig zijn de mensen
die uw kracht kennen en ervaren,
zij weten hoe zij op uw weg moeten blijven.

13 Wanneer zij in hun leven door een donker dal gaan,
ontspringen daar opeens allemaal bronnen.
Problemen veranderen in zegeningen.

14 Zij leven door uw kracht
en worden altijd door U beschermd.
Zij ontmoeten God in Sion, waar Hij woont.

15 Och Here, God van de hemelse legers,
luister toch naar mijn gebed.
Luister goed naar mij, God van Jakob.

16 God, U beschermt ons.
Kijk naar de man die U hebt uitgekozen.

17 Ik ben liever maar heel kort bij U,
dan jarenlang in een omgeving
waar men U niet kent.
Ik heb liever de minste plaats in uw huis
dan een ereplaats in een huis
waar men met U spot.

18 God de Here is het licht in mijn leven.
Hij beschermt mij altijd.
Hij schenkt vergeving
en herstelt ons in ere.
Mensen die volkomen naar zijn wil leven,
worden rijk door Hem gezegend.